Participatie in deze betekenis kwam eind jaren zeventig, begin jaren tachtig van de 20e eeuw op. Participatie is de historische opvolger van het begrip inspraak. Deze vorm van participatie kan betrekking hebben op allerlei groepen. Datgene waar men inspraak op eiste was de publieke besluitvorming.
De overheid, daartoe genoodzaakt door onder andere de gevolgen van de hippie- en provo-beweging, kwam in eerste instantie met het toenmalige toverwoord inspraak. Burgers kregen “inspraak” in ambtelijke procedures, en werden gehoord door de overheid. In de praktijk kwam dat veelal erop neer, dat overheidsdiensten de wettelijk verplichte inspraakronde hielden, waarbij zij de burger aanhoorden, zonder dat zij op enige wijze verplicht waren ook daadwerkelijk consequenties eraan te verbinden. Daarop werd de term participatie gelanceerd: mensen wilden structureel actief meedoen, niet slechts een recht om verbale kanttekeningen te mogen plaatsen, waartoe veel inspraakprocedures al snel waren verworden.
Burgerpartijen zoals PRO-Actief bundelen de participatie in één krachtige stem. Zij vormen de garantie, dat burgerparticipatie binnen een overheid slagkracht krijgt. Hierdoor spreekt men ook van een burgerpartij die zich meestal onafhankelijk opstelt en de stem van tel van politieke strekkingen bundelt. Voor de lokale verkiezingen van 2018 kwam de heer Wyffels René lanceerde de heer Wyffels René in Oostende stad aan Zee een burgerpartij. Onder de naam ”DeOostendenaar” haalde zij opslag 561 stemmen met slechts 4 kandidaten.
Sedert de lokale verkiezingen bleef deze burgerpartij als enige scheurpartij actief. Deze burgerpartij doorliep tal van verder ontwikkelingen. Zichtbaar onder meer ook in de naamwijziging deze nu opkomt als PRO-Actief. In Oostende aan zee kon de burgerpartij tal van projecten naar voor schuiven, en realiseren. Zij leveren het fysieke bewijs, dat participatie geen vruchteloze boom blijft.